Banden in slechte staat kunnen de prestaties van uw voertuig ruïneren en zelfs uw veiligheid of die van uw dierbaren in gevaar brengen. Het is daarom aan te raden om maandelijks een controle uit te voeren:
- De staat van de banden
- Slijtage-indicatoren
- Eventuele schade door schokken of tekenen van ongewone slijtage
- De bandenspanning
Let bij de visuele controle vooral op het loopvlak en de zijwanden. Let op ongebruikelijke, overmatige of ongelijkmatige slijtage van het loopvlak, vreemde voorwerpen, bobbels of vervorming, tekenen van inrijdingen, scheuren in het rubber of enige verslechtering of beschadiging.
Als de band lek is
Banden zijn duurzaam en ontworpen om een bepaald aantal schokken te doorstaan, maar ze kunnen soms lek raken. In het geval van een lekke band moet de band door een vakman worden geïnspecteerd. Alleen hij kan bevestigen dat de binnenzijde van de band geen onherstelbare schade heeft opgelopen.
Als de wettelijke slijtagegrens is bereikt
Bandenslijtage treedt bij alle banden na verloop van tijd op. Zorg ervoor dat u de wettelijke slijtagegrens niet overschrijdt.
De slijtage-indicatoren op de band zijn 0,8 mm hoog. Deze hoogte is strikt gelijk voor alle banden.
Hoewel de slijtage-indicatoren informatie geven over het slijtageniveau, is het belangrijk om te weten dat dit een indicatieve waarde is die niet altijd overeenkomt met de wetgeving. De officiële wettelijke limiet kan namelijk per land verschillen. In Frankrijk is de wettelijke limiet bijvoorbeeld 1 mm, terwijl dat in Zwitserland 1,6 mm is.
Hoe herkent u slijtage-indicatoren voor motorbanden?
Een Michelin-mannetje op de bovenkant van uw banden betekent dat ze een slijtage-indicator hebben. Deze zijn te vinden aan in de bodem van de hoofdgroeven en lijken op kleine verhogingen.