Hoe controleert u de slijtage van een band?
Loop de band altijd op verschillende punten na op slijtage.
De banden kunt u controleren met een profielmeter of door te kijken naar de slijtage-indicatoren in het loopvlak (aangeduid door een symbooltje aan de zijkant, indien aanwezig). Als de wettelijke of technische limiet is bereikt, moet de band worden verwijderd en vervangen.
Wanneer en hoe controleert u de banden?
Banden moeten regelmatig worden gecontroleerd op ongewone slijtage en mogelijke schade.
Volg het onderstaande stappenplan:
- Loopvlak: Controleer hier op vreemde objecten, snijplekken, plaatselijke schade en ongebruikelijke slijtage
- Zijkanten: Kijk naar schade door stoten (stoepranden, kuilen etc.), snijplekken, barsten en ongebruikelijke vervormingen
- Gebied rond de velg / schaafstrook van de hiel: Let op krassen of schade op de velg.
Alle scheuren, snijplekken en vervormingen van het loopvlak, de zijkanten of de plek waar de band de velg raakt, moeten zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant goed worden nagekeken door een bandenspecialist. Dat geldt ook voor eventuele schade aan de velg.
Hergebruik nooit banden die de volgende schade vertonen: een vervormde of zichtbare hiel; loslatend rubber of rubberlagen; beschadiging door olie of bijtende stoffen; of marmering of beschadiging van het binnenrubber als gevolg van rijden met onvoldoende bandenspanning.
Kijk bij elke controle van het voertuig of de ventieldoppen nog in orde zijn. Bij twijfel: vervang ze.